Skip to main content

17 November Wereld Prematurendag

Het was 14 september 2012. Ik was 28 weken en 1 dag zwanger en alles verliep als een zonnetje. Ik had een fijne eerste zwangerschap. De eerste 3 maanden heb ik mij wel wat moe gevoeld, maar dat is natuurlijk niet vreemd als er een nieuw mensje in lichaam groeit. Na die drie maanden voelde ik me alsof ik de hele wereld aan kon. Ik was lekker ondernemend met mijn eigen praktijk en thuis was ik nog lekker aan het klussen. Zo ook die beruchte ochtend. Ik stond zelfs bovenop de steiger om het dakkapel te schilderen. Het voelde allemaal prima.

Totdat ik even boodschappen ging doen. Ik zwaaide de volle boodschappentas van de ene naar de andere hand en ……. ploep. Toen gebeurde het. Mijn hele broek was nat. Ik dacht dat ik in mijn broek had gepiest en schaamde mij daarvoor. Dus met de tas voor mijn kruis liep ik naar de auto. Gelukkig had ik nog een plastic zak in de auto zodat ik daarop kon zitten. Ik was echt doorweekt.

Onderweg naar huis bekroop me een raar gevoel. Dus ik stopte langs de kant van de weg en belde de verloskundige. Na het uitleggen van wat er gebeurd was vertelde zij mij dat ik rustig naar huis kon rijden. Mocht er nog meer vocht naar buiten zou komen dan moest ik nog eens bellen.

Eenmaal thuisgekomen stapte ik de auto uit. En ja hoor daar kwam weer een warme golf uit mijn lijf. Toen besefte ik pas echt: Dit is niet goed. Meteen belde ik mijn man, Arno, en de verloskundige. Ik raakte op dat moment redelijk in paniek. Gelukkig waren de hulptroepen er snel. De verloskundige stelde mij gerust en maakte de beslissing dat we naar het ziekenhuis in Alkmaar moesten. In de auto naar Alkmaar kwamen er heel veel vragen. Wat als het nu komt? Hoe moet dat dan? De babykamer moest nog gebouwd worden. Er moesten nog muren gezet en geschilderd worden. En hoe moest het kindje gaan heetten? We hadden wel een jongensnaam maar over de meisjesnaam waren we het nog helemaal niet eens.

Aangekomen in Alkmaar meteen aan het CTG en weeënremmers gekregen. Deze hielpen helemaal niets. De weeën bleven opbouwend komen. Toen werd de beslissing gemaakt dat we naar het volgende ziekenhuis moesten. Dat werd het VU in Amsterdam. Ik werd per ambulance vervoerd en Arno kwam er met de auto achteraan. Vanaf het moment dat we in het ziekenhuis kwamen in Alkmaar voelde ik mij redelijk kalm. Ik had vertrouwen in de kundigheid van het ziekenhuis. Aangekomen in het VU begonnen al vrij snel de persweeën. En dat voelde heel tegenstrijdig. Enerzijds zat ik in een soort overlevingsmodus en was ik vrij kalm en anderzijds wilde ik er alles aan doen om dit kindje nog bij mij te houden en dat veroorzaakte de nodigde stress. Want het kindje moest er uit, maar ik wilde het binnenhouden.

Het was 21:21 En daar was onze zoon. Ik heb heel even een glimp van hem opgevangen want hij werd direct meegenomen door de verpleegsters naar de afdeling neonatologie. Arno rende mee, erachteraan. En daar lig je dan. In je eentje op een kamer in het ziekenhuis. Net bevallen maar volledig in een roes en eigenlijk half niet wetende wat er nu eigenlijk gebeurd. Gelukkig kwam Arno wel snel terug. En toen was het wachten. Na ongeveer een half uur kwamen ze Tygo laten zien. Hij lag in een plastic zakje in een couveuse. De artsen waren wel positief en dat gaf mij hoop. Vervolgens was het wachten dat de placenta eruit kwam. Die kwam niet vanzelf dus werd ik naar de operatiekamer gebracht. Half verdoofd van mijn eigen verslagenheid werd ik nu volledig verdooft voor de operatie.

Ik herinner mij nog heel goed dat toen ik wakker werd uit de narcose dat ik trilde als een rietje. Alsof alle spanning eruit kwam. Ik werd naar een zaal gebracht en kreeg daar twee foto’s van Tygo. Die foto’s zijn die nacht heel vaak door mijn handen gegaan. Het voelde zo onwerkelijk allemaal. Voor Tygo volgde er ook een soort van operatie. Er moest een lijn gelegd worden vanuit zijn navel naar zijn hartje. Dat was voor ons ook erg spannend of dat allemaal goed zou gaan. Doodop zijn we in slaap gevallen. Eindelijk om 4:00 kwamen de artsen vertellen dat de operatie gelukt was. Er viel een geruststellend gevoel over ons en we sliepen tot de volgende dag.

Tot op dit moment had ik nog geen traan gelaten. Totdat het moment dat we bij de deur waren van de afdeling neonatologie. De verpleegster kondigde aan dat de ouders van Tygo er waren. En toen brak ik. Tranen met tuiten ging ik naar binnen. Daar lag ons kleine mannetje met allemaal slangetjes aan zijn lijfje. Over zijn lijfje lag een spuugdoekje als lakentje. Zo klein was hij. Hij was zo klein en teer. Maar hij leefde. Onze zoon lag daar. We mochten hem voorzichtig aanraken.

Gelukkig ging het goed met Tygo en konden we al snel een keer buidelen. Ik werd met ziekenhuisbed en al de afdeling Neo opgereden. Er waren twee verpleegsters die hielpen om Tygo bij mij op mijn borst te leggen. Dat was de eerste keer dat ik hem echt voelde. En wat was dat mooi. De dagen die volgde bestonden uit ontvangen van ouders en broers. Opbouwen van het kolven. Naar Tygo op de Neo. Zelf rust nemen en ook veel huilen. Ik kon bij Tygo aan zijn couveuse zitten en dan in tranen uit barsten. Zonder dat daar op dat moment een reden voor was. Alle emoties moesten er gewoon uit. Gelukkig mochten we steeds meer met Tygo doen. Zelf helpen met verschonen bijvoorbeeld. Dat is toch wel heel bijzonder als het zo klein is. Hij woog 1185 gram toen hij werd geboren en 32 cm lang. De gesprekken met de artsen verliepen goed. Ze geven geen enkele garantie maar zeiden duidelijk hoe het er op dat moment voor stond.

Op dag 5 werd ik ontslagen uit het ziekenhuis. Gelukkig konden we terecht in het Ronald Mc Donald huis. Daar werden we heel warm ontvangen. Wat was dat fijn. Zo konden we op elk moment naar Tygo toe. We kregen daar routine in onze dagen. Arno ging vanuit Amsterdam naar zijn werk en voordat hij vertrok ging hij even langs Tygo. Ik was dan al aan het kolven op onze kamer. Arno belde altijd even om te zeggen hoe Tygo de nacht had doorgebracht. Daarna ging ik ontbijten om daarna met melk en al richting Tygo te gaan. Daar hielp ik met verschonen als dat zo uit kwam. Tygo bleef redelijk stabiel. Tot die ene ochtend.

Arno was vertrokken en ik hoorde maar niets. Opeens stond Arno weer voor mijn neus met een bleek gezicht. Tygo had een ziekenhuisbacterie opgelopen en het was kantje boord. We zijn direct samen naar hem toe gegaan. Daar zag ik een heel klein wittig hoopje liggen. Je zag echt dat er wat aan de hand was. Dan zakt de grond wel onder je voeten vandaan. We waren de hele tijd zo positief en zagen het allemaal goed komen. En dan dit. Gelukkig waren de artsen er snel bij en hebben hem meteen medicatie gegeven waardoor hij snel weer opknapte. En dan is het ineens niet meer zo vanzelfsprekend dat alles maar goed gaat. Doordat we vertrouwen in de artsen en de verpleging hadden, kregen wij ook weer ons positief gevoel terug. En vertrouwde wij erop dat dit mannetje nu de stijgende lijn vast had en zou blijven houden. We bekeken alles per dag en eigenlijk zelfs op het moment. Nu gaat het goed laten we er van genieten!

Na vier weken in het VU te hebben doorgebracht mochten we nu terug naar Alkmaar. Wat heel spannend was. Je weet dat het goed is, dat je klaar bent om van de afdeling af te gaan want dan gaat het goed met je kindje. Maar je weet ook, alle expertise die ze hier hebben is ook heel erg fijn. Dat Tygo in Alkmaar lag, reed ik elke dag heen en weer naar het ziekenhuis toe. Dat was best vermoeiend en de hele wereld om je heen lijkt ook wel even niet te bestaan. Je bent vooral met je eigen dingen bezig. De dingen die voor jou op dat moment belangrijk zijn.

Na nog eens 4 weken mochten we eindelijk met z’n allen naar huis. Wat een feest. En ik was er helemaal klaar voor. Even geen ziekenhuis meer, maar alleen wij met zijn drieën lekker thuis. We hebben de eerste week de deur op slot gedraaid en helemaal niemand binnengelaten. Alleen de nazorg voor couveusekindjes kwam er in. En ook haar hebben we voortijdig naar huis laten gaan. Het ging allemaal prima. We waren al zo lang aan het verzorgen. Dat lukte prima alleen.

Als we er zo op terug kijken hebben we een hele bijzondere en mooie tijd gehad in het ziekenhuis. We hadden lol met de verpleging en de sfeer was daardoor ook aangenaam. Natuurlijk waren er ook veel serieuze gesprekken. Zo stonden er voor Tygo wel een aantal operaties gepland voor als hij een half jaar oud zou zijn. Ik kon zeker een paar keer per dag met Tygo buidelen. Dat zorgt voor een goede hechting met elkaar. En met die hechting is het helemaal goed gekomen. Ik heb nu een hele sterke band met Tygo. Hij is ondertussen 8 jaar oud. Niets aan hem verraadt dat hij 3 maanden te vroeg werd geboren. Het is een potig mannetje en natuurlijk heeft hij zijn dingen en streken. Maar niet anders als een andere jongen van 8.

Nu ik dit zo helemaal uit heb geschreven voel ik wel een enorme trots opkomen. Dat we het allemaal zo gered hebben met elkaar. Heel mooi! Als je mij nu vraagt wat is je geheim om er zo doorheen te komen is dat toch wel onze positieve gevoel kunnen behouden. Belangrijk is dat je goed luistert naar jezelf. Wat heb je nodig, en geef daar ook aan toe. Heb vertrouwen in de mensen om je heen en leef van moment tot moment.

Liefs, Merianne

 

Merianne is eigenaar van Praktijk Meer; Mindfulness en compassietraining. Word de ontspannen moeder die jij wil zijn! Ben je altijd maar aan het rennen als moeder? Met mindfulness en compassietraining bij Praktijk Meer vind je rust!

Menu
Menu
Menu