Skip to main content

 

Naar aanleiding van de Nationale Borstvoedingsweek (3-9 oktober 2016) hebben het Platform Borstvoeding en de Landelijke Borstvoedingsraad een petitie aangeboden aan de woordvoerders zorg in de Tweede Kamer.

De petitie ‘Maak een gezonde start mogelijk’ is de aftrap om meer aandacht te vragen voor optimale begeleiding bij het geven van borstvoeding. Hierbij staat vanzelfsprekend de keuze van moeder en kind voorop.

Goede begeleiding maakt het verschil

Ruim 80 procent van de moeders start na de geboorte met borstvoeding. Hiervan stopt een groot deel al na de tweede week. Redenen zijn divers maar er is wel één gemene deler: goede begeleiding van een deskundige zou absoluut het verschil hebben gemaakt. Een verschil voor moeder én kind. Want ieder kind dat borstvoeding krijgt, heeft een betere startpositie als het gaat om zijn of haar gezondheid.

Drempels op het werk verlagen

Hester Rippen, voorzitter van de Landelijke Borstvoedingsraad, benoemde tijdens de petitie dat niet overal de juiste expertise voor handen is en er verandering nodig is. “Alle relevante zorginstellingen zouden moeten werken volgens het Baby Friendly WHO/UNICEF programma”. Rippen heeft de aanwezige woordvoeders van PvdA, GroenLinks, VVD, CU, PvdD, PVV, CDA, D66, SP gevraagd dit actief te agenderen bij de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Ook is de terugkeer naar het werk benoemd als een kantelpunt. De aanwezige vrouwelijke Tweede Kamerleden herkenden zich hierin. Zo blijkt het ook in de Tweede Kamer vaak moeilijk te zijn om de tijd te vinden voor het kolven. Zelfs als er een kolfkamer beschikbaar is. De woordvoerders reageerden positief op het voorstel om de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te vragen om een onderzoek naar de drempels op de werkvloer omtrent het geven van borstvoeding.

Lactatiekundige zorg en hulpmiddelen in het basispakket

Teddy Roorda benoemde als woordvoerder namens het Platform Borstvoeding de bestaande zorgen over de toegankelijkheid van lactatiekundige zorg.Woordvoerders vonden het passend deze vorm van begeleiding vooral te zien als zorg voor het kind. Roorda sprak haar verbazing uit dat begeleiding bij flesvoeding (zoals logopedie), in tegenstelling tot begeleiding bij borstvoeding, wel wordt vergoed vanuit het basispakket. Dit zou ook moeten gelden voor kinderen die borstvoeding krijgen; hier kan alleen sprake van zijn als de ouder aanvullend verzekerd is. Daarom pleiten het Platform Borstvoeding en de Landelijke Borstvoedingsraad voor het opnemen van lactatiekundige zorg en hulpmiddelen in het basispakket met het kind als zorgvrager. Zodat vooral ook de lage inkomensgroepen toegang hebben tot goede begeleiding.

Optimale moeder-kindzorg

Deze petitie is een eerste stap om een optimale moeder-kindzorg te agenderen zodat moeders die borstvoeding willen geven optimaal worden begeleid. De komende periode zullen het Platform Borstvoeding en de Landelijke Borstvoedingsraad zich blijven inzetten om bovenstaande punten zoveel mogelijk onder de aandacht te brengen. Het is tijd om een gezonde start voor alle moeders en kinderen mogelijk te maken.

KNOV-visie ‘Voeding van de pasgeborene’

Op 10 juni 2016 heeft de Algemene LedenVergadering van de KNOV de visie op Voeding van de pasgeborene aangenomen. De visie roept zowel de KNOV-leden als het KNOV-beleid op om aan de slag te gaan met deze uitgangspunten. De visie gaat daarbij uit van zorg tot en met 6 weken na de bevalling De nieuwe KNOV- visie op Voeding van de pasgeborene heeft twee belangrijke uitgangspunten, namelijk:

  • De eigen geïnformeerde keuze van de vrouw, zoals de WGBO die vooropstelt én
  • Borstvoeding als de fysiologische norm, waarbij de verloskundige de fysiologie zoveel mogelijk bewaakt en bevorderd.

De huidige visie legt meer focus op:

  • Aandacht voor fysiologie van de pasgeborene
  • Merkvrije informatie over kunst- en flesvoeding voor ouders en naleving van de WHO-code door verloskundigen, zoals die is vervat in de KNOV-gedragscode van 2014
  • De periode waarover begeleiding bij voeding door de verloskundige zich uitstrekt
  • Het regionale ambassadeurschap van verloskundigen voor borstvoeding
  • De expliciete samenwerking met lactatiekundigen IBCLC in de regio
Menu
Menu
Menu