En soms lukt het niet…..
Als verloskundige werd ik in 2008 moeder, een levens veranderende gebeurtenis. Ik was toen al jarenlang beroepsmatig bezig met zwangerschap, geboorte en borstvoeding. Ik had het plaatje al helemaal in mijn hoofd. Ik wilde borstvoeding gaan geven. Beter was er niet zo wist ik, zowel voor mijn kind als voor mijzelf.
Ik had al zoveel vrouwen begeleid met de borstvoeding en was daarom voorbereid op de problemen die zich kunnen voordoen, met name in de eerste kraamweek. Het op gang moeten komen van de voeding, stuwing, kloven, borstontsteking ik was bedacht en vastbesloten om me daar een weg doorheen te banen en mijn tanden erin te zetten.
Ik herinner me de eerste teleurstelling, hoewel mijn dochter uitstekend aan de borst zoog, leek er weinig voeding te komen en ervaarde ik het voeden als pijnlijk, de pijn trok op een vreemde manier door naar mijn rug. Op dag 6 was ze zoveel afgevallen en plaste ze nog maar zo weinig dat bijvoeden noodzakelijk was zei mijn collega. In tranen was ik.
Ik was al verrast geweest dat ik op dag 4/5 geen stuwing had gekregen. Mijn ervaring was, dat eigenlijk alle vrouwen dit wel doormaakte. Maar volgens de kraamverzorgster dronk mijn dochter zo goed dat zij mijn borsten zeer goed leegde en daardoor geen stuwing was ontstaan.
De bijvoeding hebben we nooit kunnen afbouwen en zelfs iedere keer moeten ophogen. Lactatiekundige, borstvoedingsondersteuning sets waarbij mijn dochter aan de borst dronk en de kunstvoeding via een slangetje geplakt op mijn borst meegezogen werd, iedere 2 uur kolven, mee masseren, warme kompressen en de borstvoedingsthee ten spijt, er bleef nauwelijks voeding komen.
Zo worstelde ik door tot 4 weken na de bevalling. Ik kon de borstvoeding niet laten gaan, ik was er nog niet klaar mee. Het consultatiebureau zag tijdens een huisbezoek de pijn en het jammerlijke resultaat van een paar druppels borstvoeding en opperde voor het eerst of ik hier wel mee door moest gaan. Ik was niet in staat om te stoppen en trok werkelijk alles uit de kast, ergens was ik wanhopig op zoek naar iemand die tegen mij zou zeggen; “Meiske, nu is het genoeg. Je hebt alles geprobeerd. Stop er maar mee”.
Het duurde nog twee weken totdat ik de knoop kon doorhakken dat ik niet in staat was om borstvoeding te geven. Te weinig borstklierweefsel? Het is achteraf de meest waarschijnlijke diagnose. Het koste mij een jaar om dit te verwerken. Ik ervaarde het als een verlies, ik was niet voorbereid geweest op de mogelijkheid dat ik als verloskundige hoorde bij de 2% vrouwen die niet in staat zou blijken haar kind borstvoeding te geven.
En nu….. Zo heel af en toe…. Kom ik in een kraambed waar alles uit de kast is getrokken, zie ik een paar wanhopige ogen en kan ik zeggen: “Meiske, nu is het genoeg. Je hebt alles geprobeerd. Stop er maar mee”.